Om verschillende redenen kan worden besloten een behandeling te staken of niet in te zetten, bv. de patiënt geeft geen toestemming (meer) voor de behandeling (zie: Informed consent) of de behandeling is medisch zinloos (geworden). Dergelijke besluiten kunnen leiden tot het overlijden van de patiënt.
Kan (voortzetting van de) behandeling worden geëist?
Nee, algemeen aanvaard is dat een arts niet behoeft over te gaan tot medisch zinloze handelingen en ook niet is gehouden een medisch zinloos geworden behandeling voort te zetten. Integendeel, als regel behoort een medisch zinloze behandeling achterwege te blijven of te worden gestaakt. Het antwoord op de vraag of sprake is van een medisch zinloze behandeling dient te berusten op een medisch oordeel van de (behandelend) arts.
Beoordeling op basis van de medisch professionele standaard, overleg binnen behandelteam en informeren en begeleiden van de patiënt en/of diens vertegenwoordiger.
Is een arts verplicht om alle medisch-technisch mogelijke handelingen te verrichten?
Nee. Het feit dat er een behandelingsovereenkomst is betekent niet dat een behandeling, bv. reanimatie, moet worden toegepast als die medisch zinloos is geworden. De normale verzorging van de patiënt dient te worden voortgezet (denk hierbij ook aan pijn- en symptoombestrijding).
Overigens mag onder omstandigheden wél op verzoek van de patiënt of diens familie een medisch zinloze behandeling worden uitgevoerd om bv. tijd te winnen om een ver weg wonend familielid afscheid te laten nemen.
Wanneer is sprake van natuurlijke dood en wanneer van niet-natuurlijke dood?
Na het overlijden van een patiënt dient door een arts te worden vastgesteld of sprake is van een natuurlijke of niet-natuurlijke doodsoorzaak:
- Natuurlijke dood: overlijden als gevolg van ziekte of ouderdom, een complicatie van een lege artis uitgevoerde medische behandeling (daaronder tevens begrepen pijnbestrijding met als doel verlichting van het lijden) of een besluit tot niet (verder) behandelen wegens medische zinloosheid of weigering van toestemming.
- Niet-natuurlijke dood: overlijden als direct of indirect gevolg van een ongeval, uitwendig (fysisch of chemisch) geweld of een andere van buiten komende oorzaak, schuld of opzet van een ander (daaronder tevens begrepen onjuist medisch handelen) of zelfmoord.
Wie onderneemt actie na het overlijden van een patiënt?
Voor het begraven of cremeren is een verlof van de ambtenaar van de burgerlijke stand nodig (Wet op de lijkbezorging). Een dergelijk verlof wordt niet verleend zonder een verklaring van de behandelend arts, de gemeentelijk lijkschouwer of de Officier van Justitie:
- Natuurlijke dood: de behandelend arts (daaronder tevens begrepen diens waarnemer):
- opstellen van een verklaring van overlijden (A-formulier) en een
- doodsoorzaakverklaring (B-formulier).
Het A-formulier wordt meegegeven aan de vertegenwoordiger c.q. nabestaanden van de patiënt. Voor het invullen van het B-formulier is dikwijls informatie van de behandelend arts noodzakelijk.
- Niet-natuurlijke dood of twijfel: de (behandelend) arts:
- inschakelen van de gemeentelijk lijkschouwer.
De gemeentelijk lijkschouwer schakelt bij niet-natuurlijke dood of bij twijfel de Officier van Justitie in.
Welk doodscriterium wordt gehanteerd?
Meestal geldt dat uit hartstilstand en stilstand van de ademhaling mag worden geconcludeerd dat de patiënt dood is. In geval van orgaandonatie geldt het criterium “hersendood”, hetgeen inhoudt het volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengde merg (Wet op de orgaandonatie). Orgaanuitname vóór de dood is ongeoorloofd, ook al is besloten de behandeling wegens de medische zinloosheid ervan te beëindigen.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.