Het normale pericardzakje bevat 10-50 ml pericardvocht dat dient als glijmiddel tussen de beide pericardlagen. Pericardeffusie is onder te verdelen in exsudaat (bijvoorbeeld bij een infectie of maligniteit) en transsudaat (bijvoorbeeld bij een toegenomen systemische veneuze druk of pulmonale hypertensie).
Klassieke symptomen bij pericardeffusie zijn dyspnée d’effort, orthopnoe en pijn op de borst. De klinische presentatie varieert met de snelheid van ontstaan van effusie. Een snel ontstaan kan eerder leiden tot tamponade, een levensbedreigende aandoening. Een klassieke presentatie van een tamponade zijn verhoogde CVD, pulsus paradoxus en zachte cortonen bij auscultatie (trias van Beck). Mogelijke afwijkingen in de ABCDE die kunnen wijzen op pericardeffusie/tamponade zijn:
- B: hypoxemie, versnelde ademhalingsfrequentie, bij pulmonaal onderzoek afwijkingen passend bij decompensatio cordis;
- C: pulsus paradoxus, tachycardie, hypotensie, zachte cortonen, verhoogde CVD, verminderde perifere perfusie.
Let wel: het lichamelijk onderzoek kan volledig normaal zijn in het geval van afwezigheid van hemodynamische consequenties van het pericardvocht.
Hb, CRP, CK, CK-MB, troponine-T of I, (NT-pro)BNP, natrium, kalium, ureum, kreatinine, transaminases.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.