Infectieuze endocarditis (IE) is een microbiële ontsteking van het intracardiale endotheel. De mortaliteit tijdens opname is 20%. Bij IE wordt onderscheid gemaakt tussen een acuut en een subacuut beloop en tussen een natieve hartklep en een kunstklep.
Een acute endocarditis is fulminant, gaat vaak gepaard met metastatische infectiehaarden en betreft over het algemeen een natieve klep die geïnfecteerd is met Staphylococcus aureus. De tweede meest voorkomende verwekkers van een acute endocarditis zijn niet-vergroenende streptokokken. Flucloxacilline geeft de beste S. aureus dekking, en dekt ook adequaat streptokokken, daarom is het de empirische keuze behandeling voor een acute endocarditis.
Subacute endocarditis ontstaat meestal op een al beschadigde hartklep door vergroenende streptokokken, enterokokken en bacteriën uit de HACEK-groep (Haemophilus, Aggregatibacter, Cardiobacterium, Eikenella, Kingella), waarbij het beloop indolent is en metastatische abcessen zeldzaam zijn.
Predisponerende hartafwijking (>50%): mitraalklepprolaps met mitralisinsufficiëntie, degeneratieve afwijkingen van aorta en mitraalklep, congenitale hartafwijkingen, reumatische klepafwijkingen, kunstklep, status na klepreparatie met kunstmateriaal, pacemaker, ICD, eerder doorgemaakte IE.
Endocarditis kan ontstaan na (passagère) bacteriëmie, bijvoorbeeld tandheelkundige ingrepen met beschadiging mucosa of tandvlees.
Diagnose
De diagnose is te stellen met behulp van de Modified Dukes Criteria:
Major criteria |
- Bloedkweken positief voor IE
- Typisch micro-organisme passend bij IE uit 2 separate bloedkweken:
- Viridans streptokokken, Streptococcus gallolyticus (Streptococcus bovis), HACEK-groep, Staphylococcus aureus; of
- Community-acquired enterokokken, bij afwezigheid van primair focus; of
- Micro-organisme passend bij IE uit persisterend positieve bloedkweken:
- ≥2 bloedkweken, afname >12 uur van elkaar; of
- Alle 3, of de meerderheid van ≥4 aparte bloedkweken (met eerste en laatst bloedkweek in tijdbestek > 1 uur van elkaar); of
- Eén bloedkweek met Coxiella burnetti of IgG antistof titer >1:800
|
- Beeldvorming positief voor IE
- Echocardiogram positief voor IE
- Vegetatie
- Abces, pseudoaneurysma, intracardiale fistel
- Klepperforatie of aneurysma
- Nieuwe partiële dehiscentie van kunstklep
- Abnormale activiteit rond kunstklep, op PET/CT (alleen indien kunstklep > 3 maanden in situ) of SPECT/CT
- Duidelijke paravalvulaire laesies op cardiale CT
|
Minor criteria |
- Predisponerende hartaandoening, of i.v. drugsgebruik
|
|
- Vasculair fenomeen (klinisch of radiologisch): grote arteriële trombi, septische pulmonale infarcten, infectieuze (mycotische) aneurysma, intracraniële bloeding, conjunctivale bloeding, Janeway lesions
|
- Immunologische fenomenen: glomerulonefritis, Osler nodes, Roth's spots, positieve reumafactor
|
- Microbiologisch bewijs: positieve bloedkweek, maar voldoet niet aan major criteria (zie boven), of serologisch bewijs voor actieve infectie, consistent met IE
|
Diagnose IE zeker: |
- 2 major criteria; of
- 1 major criterium + 3 minor criteria; of
- 5 minor criteria
|
Diagnose IE mogelijk: |
- 1 major criterium + 1 minor criterium; of
- 3 minor criteria
|
Gemodificeerde criteria voor de diagnose IE volgens European Association of Cardiology
Differentiaal diagnose
- Bacteriëmie of strooihaard elders: o.a. intravasculaire katheter, huid- en weke delen, infectie kunstmateriaal (pacemaker, gewrichtsprothese), osteomyelitis, meningitis, pneumonie, sepsis.
- Niet-infectieuze oorzaken: antifosfolipidensyndroom, rheumatic fever, vasculitis (o.a. ANCA-geassocieerd, SLE, polyarteritis nodosa, Behçet), arteritis temporalis, non-bacteriële trombotische endocarditis (bij gevorderde maligniteit, SLE of hypercoagulabiliteit), cholesterolembolie, murale trombus bij hartfalen, atriumfibrilleren.
Acuut versus subacuut, kunstklep, klep- of hartafwijkingen, i.v. drugsgebruik, eerdere IE.
Koorts, koude rillingen, huidafwijkingen/-infectie, gewrichtspijn, rugpijn, gewichtsverlies, intraveneuze katheter, vreemd lichaam of kunstmaterialen.
Koorts, souffle, splinterbloedinkjes, Osler nodes, Janeway lesions, hartfalen, artritis, kloppijn wervelkolom, (focale) neurologische afwijkingen.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.