Het serotoninesyndroom is potentieel levensbedreigend.
Het serotoninesyndroom is een klinische syndroom dat wordt veroorzaakt door middelen die de serotoninespiegels in de synaps verhogen, wat leidt tot overstimulatie van serotonerge receptoren. In de praktijk ontstaat het vaak door een combinatie van middelen die via verschillende mechanismen leiden tot een verhoogde serotonineconcentratie, maar het kan ook ontstaan na start van een serotonerg middel of ophogen ervan.
Het merendeel ontstaat binnen 24 uur, en vaak binnen zes uur, na verandering van dosis of start van een middel of bij overdosering.
Het gaat daarbij om middelen die:
- Heropname van serotonine remmen (o.a. SSRI’s, serotonerge TCA’s, fentanyl, methadon, tramadol)
- De afbraak van serotonine remmen (MAO-remmers)
- De serotonine afgifte verhogen (opiaten, drugs, stimulantia)
- Inname van serotonine precursors verhogen (tryptofaan)
Zie Tabel 1: geneesmiddelen die mogelijk SS kunnen veroorzaken
Diagnose
Het serotonine syndroom is een klinische diagnose gebaseerd op Hunter’s criteria voor Serotonine Toxiciteit
Patiënt gebruikt een serotonerg middel plus één van de volgende criteria:
- Spontane clonus
- Opwekbare clonus PLUS agitatie of diaforese
- Oculaire clonus PLUS agitatie of diaforese
- Tremor PLUS hyperreflexie
- Hypertonie PLUS temperatuur >38 graden PLUS oculaire clonus of opwekbare clonus
Differentiaal diagnose
- Maligne antipsychotica syndroom
- Maligne hyperthermie
- Anticholinerg toxidroom
- Sympathicomimetisch toxidroom
Bij het stellen van een diagnose is het vaak moeilijk onderscheid te maken tussen het serotonine syndroom, het maligne neuroleptica syndroom en maligne hyperthermie.
Zie Tabel 2: onderscheid MNS, SS en maligne hyperthermie.
Lab: bloedbeeld, elektrolyten, nierfunctie, CK, leverenzymen, bloedgas, bloedkweek, urinekweek, X-thorax, ECG.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.