Massaal ongecontroleerd bloedverlies wordt gedefinieerd als: 1. bloeding EN 2. systolische bloeddruk (SBP) van <90mmHg of fors verlaagd ten opzichte van voor de patiënt normale SBP EN 3. slechte respons op resuscitatie en/of transfusie ≥ 4 erytrocytenconcentraten (EC) per uur.
Agressieve behandeling voorkomt de dodelijke trias van acidose, hypothermie en coagulopathie. Realiseer dat hypotensie een late uiting van shock is.
Bloed uit orificia of wonden; cave: hematomen en petechiën. Hypotensie (systolische bloeddruk <90mmHg of fors verlaagd ten opzichte van voor de patiënt normale SBP) met tachycardie en oligurie. Meestal koude, bleke, klamme huid, soms tachypnoe, onrust en/of verwardheid. Verder buik-/rugpijn bij intra-abdominale, retroperitoneale bloeding of bloeding in het kleine bekken. Bij hematemesis/oro-naso-faryngeale bloedingen bestaat gevaar op aspiratie.
Cave:
- gemaskeerde tachycardie door gebruik van bèta-blockers
- door gebruik van steroïden gemitigeerde symptomatologie bij beoordeling van de buik
Aanwezigheid van trauma (bijv. val met ribfractuur). Voorgeschiedenis van (macro)vasculaire chirurgie (risico op bijv. aortaduodenale fistel) en/of stollingsstoornissen. Verder afhankelijk van bloedingsplaats.
Gebruik van anticoagulantia: plaatjesaggregatieremmers, (laag-moleculair gewichts) heparine, vitamine K antagonisten, directe trombineremmers (dabigatran/Pradaxa®) of directe factor Xa remmers (rivaroxaban/Xarelto®, apixaban/Eliquis®, edoxaban/Lixiana®).
Tevens, bij directe trombine-/factor Xa remmers: wanneer laatste gift? Indien > 48 uur geleden, dan is een klinisch anticoagulant effect verwaarloosbaar bij een goede nierfunctie (eGFR > 90mL/min).
Beoordeel volgens ABCDE methodiek:
A: Bedreigde ademweg door zichtbaar bloed in de mond-keelholte?
B: Cyanose? Tachypnoe? Zuurstofsaturatie?
C: Tachycardie? Hypotensie? Bleek? Klam? Koude acra? Oligurie?
D: Verwardheid? Onrust?
E: Temperatuur?
Hb (matige parameter bij acute bloedingen), trombocyten, bloedgroep, kruisbloed, INR, PT, aPTT, trombinetijd/TT (indien CITO beschikbaar), fibrinogeen, geïoniseerd calcium, arterieel bloedgas, ureum, creatinine, lactaat.
Medicatie-specifiek (indien CITO beschikbaar):
- Bij dabigatran/Pradaxa®: diluted trombinetijd/TT (dTT)
- Bij factor Xa remmers: anti-Xa activiteit
Gericht op de lokalisatie van de bloeding. Bij onbekende primaire bloedingsfocus: beeldvorming middels echo of CT. Bij rectaal bloedverlies met hemodynamische instabiliteit en onbekend focus eerst een oesofagogastroduodenoscopie, evt. gevolgd door een colonoscopie.
Zie algoritme.
Dien eventueel medicatie-specifiek antidotum toe:
- plaatjesaggregatieremmers: er is onvoldoende bewijs dat DDAVP een effectieve behandeling is - laag-moleculair gewichts heparine: 1000 IE protamine langzaam i.v. en daarna 5000 IE i.m.
- heparine i.v.: 1000 IE protamine langzaam i.v., zo nodig na 15 minuten herhalen
- vitamine K antagonisten: afhankelijk van INR 5-10mg fytomenadion i.v. en 4-factorenconcentraat (bijv. op basis van gewicht in combinatie met INR of vaste dosis van 1000 IE of 25-40 IE/kg)
- dabigatran (Pradaxa®): (afhankelijk van aPTT/TT/dTT) eenmalig 5 gram idarucizumab (Praxbind®) i.v. of 4-factorenconcentraat 50 IE/kg (max. 4000 IE)
- directe factor Xa remmers: (afhankelijk van anti-Xa activiteit) 4-factorenconcentraat 50 IE/kg (max. 4000 IE)
Adequate resuscitatie:
- indien bloedingsfocus adequaat behandeld is: MAP ≥ 65mmHg
- indien bloedingsfocus nog niet adequaat behandeld is: SBP 80-90mmHg (permissive hypotension)
- temperatuur > 35 graden Celsius
- Transfusie: Hb > 5,0mmol/L (bij hematemesis > 4,4mmol/L); trombocyten > 50-100 *109/L; PT < 20s; aPTT < 45s; fibrinogeen > 1,5-2 g/L, geïoniseerd calcium > 1,10mmol/L
NB het is te overwegen te transfunderen op geleide van visco-elasticiteitstesten (bijv. TEG of ROTEM) indien CITO beschikbaar en lokale ervaring aanwezig is.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.