Stollingsstoornissen kunnen aangeboren zijn of verworven. Daarnaast kan een onderverdeling gemaakt worden in afwijkingen van de primaire en secundaire hemostase en afwijkingen in het fibrinolytisch systeem. Afwijkingen van de primaire hemostase verhinderen de vorming van een stevige trombocytenplug. Afwijkingen van de secundaire hemostase verhinderen de efficiënte vorming van fibrine en daarmee de vorming van een stevig stolsel. Ook afwijkingen van het fibrinolytisch systeem, dat onder normale omstandigheden zorgt voor afbraak van fibrine door plasmine, kunnen leiden tot bloedingen 1,3.
Screenend onderzoek
Hemoglobine, hematocriet, leukocyten (differentiatie), trombocyten, APTT (geactiveerde partiële tromboplastinetijd), PT (protrombinetijd), fibrinogeen, trombinetijd, lever- en nierfunctie, spijtplasma.
Specieel stollingsonderzoek
- Secundaire hemostase:
bij verlengde APTT verricht een mengproef (1:1 mengen van patiënt plasma en normaal plasma, de APTT normaliseert bij factordeficiëntie en blijft verlengd als er een remmende antistof aanwezig is), trombinetijd (heparine, dabigatran), individuele factormetingen afhankelijk van APTT en PT uitslagen:
- verlengde APTT: factor VIII deficiëntie (hemofilie A), factor IX deficiëntie (hemofilie B), factor XI deficiëntie, heparine, lupus anticoagulans
- verlengde PT: factor VII deficiëntie, vitamine K deficiëntie
- verlengde trombinetijd: heparine/LMWH/dabigatran, dys-/afibrinogenemie
- verlengde APTT en PT: factor II deficiëntie, factor V deficiëntie, factor X deficiëntie, fibrinogeendeficiëntie, dys-/afibrinogenemie, diffuse intravasale stolling, verdunningscoagulopathie, synthesestoornis van de lever, vitamine K deficiëntie, gebruik van vitamine K antagonisten, gebruik DOAC’s (in wisselende mate)1,3
- Interpretatie: een normale PT/APTT sluit een milde stollingsfactordeficientie of FXIII deficientie niet uit.
- Lokale hemostase
- Medicatie die van invloed is couperen en/of aanpassen.
- Onderliggende ziekte behandelen
- Bij neusbloedingen: lokale xylomethazoline applicatie, consult KNO-arts
- Bij blaasbloedingen: geen tranexaminezuur in verband met gevaar voor urineretentie of obstructie door stolsels, consult urologie
Verder beleid afhankelijk van de ernst van de bloeding en onderliggende aandoening2.
- Bij slijmvliesbloedingen tranexaminezuur 4 dd 500-1000 mg. Contra-indicaties: hematurie, diffuus intravasale stolling en hersenbloeding.
- Trombopathie: DDAVP (desmopressine) 0,3 mg/kg, in 50 ml NaCl 0,9% in 30 min i.v.). DDAVP kan na 12 uur éénmaal worden herhaald (daarna geen effect meer). Cave contra-indicaties zoals cardiovasculair lijden, hyponatriëmie of nierinsufficiëntie.
- Bij ernstige trombopathie of ernstige bloeding: trombocytentransfusie.
- Stollingsfactordeficiëntie: niet-ernstige bloedingen en deficiëntie van vitamine K afhankelijke factor (II, VII, IX, X) vitamine K geven. Bij ernstige bloedingen suppletie afhankelijk van oorzaak (Factor VIII, Factor IX, Novoseven, plasma, fibrinogeenconcentraat, vierfactorenconcentraat )
- Bij antistoffen tegen Factor VIII of Factor IX: altijd overleg stollingsconsulent/internist-hematoloog; behandeling dient in een hemofilie behandelcentrum plaats te vinden.
- Zo nodig bloedtransfusie2.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.