Documenteren van een ritmestoornis is een zeer belangrijke stap voor diagnostiek en behandeling, dus indien mogelijk eerst een 12-kanaals ECG-registratie (meerdere A4's achter elkaar) maken van de ritmestoornis (tenzij patiënt hemodynamisch ernstig instabiel is). Probeer eerst een diagnose te stellen: dat maakt (gericht) behandelen makkelijker. Het eerste onderscheid is te maken tussen het bestaan van een tachycardie en een bradycardie. Indien de beoordeling van het ECG geen zekere diagnose oplevert: overleg met arts-assistent cardiologie danwel de cardioloog.
Tachycardie (frequentie ≥ 100/min) vs. bradycardie (frequentie ≤ 60/min)
- Regulair vs. irregulair
- Smal complex (QRS <120 ms) vs. breed complex (QRS ≥120 ms)
Tekenen van hemodynamische instabiliteit
- Shock (bleek, zweten, koud, klam, verminderd bewustzijn, hypotensie)
- Verlaagd bewustzijn? Syncope? (verlies van bewustzijn)
- Hartfalen (pulmonaal oedeem, verhoogde CVD, hepatomegalie)
- Myocardischemie (ECG afwijkingen, angina)
- Denk aan bijwerkingen van medicamenten (digoxine, flecaïnide, amiodaron, bèta-blockers, calciumantagonisten), elektrolytstoornissen en schildklierdysfunctie (bepaal TSH). Zorg altijd voor ritmebewaking en i.v. toegang.
Cardioversie
Onmiddellijke (elektrische) cardioversie onder anesthesie is de voorkeursbehandeling voor iedere tachycardie gepaard gaande met hemodynamische instabiliteit. Behalve bij ventrikelfibrilleren altijd synchroon met het QRS-complex cardioverteren, bifasisch 50-200 joules.
- Elektrische cardioversie heeft de grootste kans van slagen indien de plakpads juist zijn gepositioneerd:
- Anterolateraal (ventrikel apex en rechts infraclaviculair)
- Anterior-posterior
Enkele vuistregels voor de praktijk
- Een regulaire smal complex tachycardie van 150 bpm is een boezemflutter tot het tegendeel is bewezen.
- Een regulaire breed complex tachycardie bij een man >50 jaar en zeker indien bekend met coronairlijden is een ventrikeltachycardie tot het tegendeel is bewezen.
- Een irregulaire breed complex tachycardie met hoge kamerfrequentie bij een persoon <40 jaar is boezemfibrilleren met pre-excitatie (Wolff-Parkinson-White) en dient niet met AV-knoop vertragende medicatie (digoxine, verapamil en bèta-blockers) te worden behandeld.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.