Vergiftigingen met paddenstoelen en planten zijn in Nederland zeldzaam, het plukken en eten van paddenstoelen is hier minder gewoon dan in Azië, Zuid- en Oost Europa. Paddenstoelen van het geslacht Amanita (knolamaniet) zijn berucht om hun toxische effecten. De groene knolamaniet is de meest beruchte knolamaniet; meer dan 90% van alle paddenstoelvergiftingen wordt toegerekend aan de groene knolamaniet en in 20-30% van deze gevallen is het beloop fataal. Als je in Nederland wilt vaststellen of er mogelijk sprake is van een ernstige paddenstoelenvergiftiging is het met name van belang om vast te stellen of er mogelijk sprake is van inname van een (groene) knolamaniet.
Identificatie ingenomen paddenstoel
De juiste identificatie van een paddenstoel kan erg uitdagend zijn maar is van groot belang bij een verdenking op een vergiftiging, hiervoor kan in Nederland een beroep gedaan worden op de Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV). Neem bij verdenking op een (vermeende) paddenstoelenvergiftiging contact op met het vergiftigingscentrum van het RIVM: 030-274 88 88. Zij geven het telefoonnummer van de contactpersoon van de NMV door. De identificatie wordt een stuk makkelijker als er foto’s beschikbaar zijn van (delen van) de paddenstoel.
Op de website van het NMV staat ook uitgebreide informatie over (vermeende) paddenstoelenvergiftigingen: www.allesoverpaddenstoelen.nl, trefwoord vergiftigingen. Omdat inname van de groene knolamaniet de meest voorkomende en potentieel meest ernstige vergiftiging is zullen de aspecten van deze paddenstoelvergiftiging kort hieronder besproken worden.
Herkenning: Groeit van juli tot oktober in loofbossen onder eiken en duingebieden, olijfgroene tot groengele hoed met een doorsnede van 5-15 cm. De witte steel is 5-12 cm lang met bovenin een witte afhangende ring en onderin een knol, kan gemakkelijk verward worden met andere eetbare paddenstoelen zoals de weidechampignon.
Intoxicaties met planten (giffen)
Intoxicaties met planten (giffen) bij volwassen in Nederland zijn erg zeldzaam al zijn er in Nederland wel (zeer) toxische planten aanwezig. Net als vergiftigingen met paddenstoelen is het van groot belang om te identificeren om welke plant het gaat. Hieronder een korte tabel met de belangrijkste giftige planten in Nederland met toxine en verschijnselen.
Overzicht intoxicaties door planten(giffen):
Plantensoort
|
Toxine
|
Verschijnselen
|
Azalea
|
Andromedotoxine
|
Ritmestoornissen, tremoren, spierkrampen
|
Clivia
|
Lycorine
|
Diarree, paralyse, hypersalivatie
|
Cyclaam
|
|
Paralyse
|
Dieffenbachia
|
Oxaalzuur
|
Zwelling van tong en slijmvliezen
|
Dollekervel, waterscheerling
|
Coniïne
|
CNS stimulatie, tremoren, salivatie, depolariserende paralyse, overlijden binnen 15 min tot 2 uur
|
Doornappel (Datura)
|
Atropine, scopolamine, hyosciamine
|
Anticholinerg toxidroom
|
Goudenregen
|
|
Diarree, paralyse
|
Klimop (Hedera helix)
|
Hederagine
|
Braken, convulsies, paralyse
|
Lathyrus
|
|
Spierpijn, spierzwakte, koorts
|
Laurierkers
|
Cyanogene glycosiden
|
Cyanide intoxicatie
|
Lupine
|
Lupinine
|
Spierzwakte, tremoren
|
Nachtschade
|
Solanidine
|
Cholinerg toxidroom (acetylcholinesterase remming)
|
Oleander
|
Hartglycosiden
|
Darmkrampen, misselijkheid, ritmestoornissen
|
Reuzenbereklauw
|
Furocoumarinen
|
Fototoxiciteit
|
Rhodondendron
|
Andromedotoxine
|
Ritmestoornissen, tremoren, spierkrampen
|
Ridderspoor (Delphinium)
|
Aconitine-achtigen
|
Anticholinerg toxidroom (blokkade postsynaptische acetylcholine receptoren)
|
Venijnboom (Taxus)
|
Taxines
|
Ritmestoornissen tot hartstilstand, lever- en nierschade
|
Vingerhoedskruid (digitalis)
|
Hartglycosiden
|
Darmkrampen, misselijkheid, ritmestoornissen
|
Wolfskers (Atropa belladonna)
|
Atropine, scopolamine
|
Anticholinerg toxidroom
|
Wonderboom (Ricinus)
|
Ricine, ricinine
|
Misselijkheid, braken, visus stoornissen, convulsies
|
Herfststijlloos (Colchicum)
|
Colchicine
|
Celtoxisch (mitose remming)
|
Lelietje van dalen
|
Hartglycosiden
|
Darmkrampen, misselijkheid, ritmestoornissen
|
Voor een uitgebreidere lijst van toxische planten met beschrijving en afbeeldingen zie: Lijst van Nederlandse giftige planten - Wikipedia. Behandeling bij inname van giftige planten zijn de algemene maatregelen gericht op absorptievermindering en behandeling gericht op toxine met bijbehorend toxidroom, verder symptoomgerichte behandeling en observatie (zoals bijvoorbeeld ritmebewaking indien er een risico is op rimestoornissen). Overleg gezien zeldzaamheid van intoxicaties met planten (giffen) met het risico op een ernstig beloop laagdrempelig met een expert zoals een ziekenhuisapotheker.
Klinisch beeld
Fase 1: De gastro-intestinale fase, begint na 6 – 24 uur na inname met misselijkheid, braken, buikpijn en diarree. Gastro-intestinale klachten binnen 6 uur na inname duiden in de op een intoxicatie met een andere paddenstoelsoort. Bij een ernstige intoxicatie kunnen koorts en tachycardie ook voorkomen. NB inname van 20-50 gram, slechts 1 groene knolamaniet, kan letaal zijn.
Fase 2: Latente fase (treedt op na 8-36 uur, duur meestal 1-2 dagen) hierin schijnbaar klinische verbetering maar wel asymptomatische progressieve levertoxiciteit. Omdat deze fase klinisch asymptomatisch is kunnen patiënten onterecht ontslagen worden indien men niet bedacht is op een groene knolamaniet vergiftiging.
Fase 3: Hepatorenale fase (3-7 dagen) veroorzaakt door amatoxine, hierbij ernstige gastro-intestinale symptomen, progressief lever- en nierfalen met uiteindelijk mogelijk dodelijke afloop (voornamelijk door leverfalen). Naast lever- en nierfalen kunnen in deze fase ook spierkrampen, convulsies, hyperthermie, geleidingsstoornissen en pancreatitis voorkomen
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.