Stabiliseer patiënt volgens de ABCDE-methodiek en let specifiek op:
A: bedreigde luchtweg door braaksel.
B: tachypnoe en dyspnoe door diafragmaprikkeling, metabole acidose (Kussmaul-ademhaling) of extra-abdominale oorzaken van acute buikpijn (cardiopulmonaal, sepsis, anemie etc).
C: tekenen van shock, b.v. door dehydratie, bloeding, sepsis. Afwezige perifere pulsaties bij rAAA, bloeddrukverschil links en rechts bij een dissectie.
D: verlaagde EMV en/of hyperglykemie.
E: koorts, perifere cyanose.
Buikonderzoek: inspectie, auscultatie, percussie en palpatie.
- Aanwezigheid en kwaliteit van darmgeluiden
- Lokale of gegeneraliseerde drukpijn
- Tekenen van peritoneale prikkeling
- Ascites
- Eventuele breukpoorten (ingeklemde hernia)
- Urineretentie
- Slagpijn in de nierloges.
- Rectaal en eventueel vaginaal toucher
- Sensitiviteit voor palpatie van een AAA is beperkt en afhankelijk van de grootte (29% bij 3,0-3,9cm en 76% bij > 5 cm).3
- Mocht uit lichamelijk onderzoek een clou voor een erfelijke stofwisselingsstoornis komen zie dan acute ontregeling van erfelijke stofwisselingsziekten.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.