Een parapneumonische effusie (PPE) wordt gedefinieerd als elke pleurale effusie geassocieerd met een pneumonie, longabces of bronchiëctasiën. Het betreft een exsudaat. Een ongecompliceerde PPE wordt uitsluitend behandeld met antibiotica, het beloop is in dit geval mild en met antibiotica verdwijnt de PPE.
Een gecompliceerde PPE (5-10%) gaat gepaard met loketvorming, al dan niet met ophoping van pus (empyeem) en dient te worden gedraineerd. Een pH ≤ 7,2 van het pleuravocht voorspelt een gecompliceerd beloop, het wordt veroorzaakt door metabole activiteit van de lokaal aanwezige inflammatoire cellen en bacteriën.
De meest frequente verwekker van pleurale infecties is S. pneumoniae, en daarna S. aureus, Gram negatieve darmbacteriën en anaeroben.
Pleurapunctie (eventueel echogeleid) met bepaling van leukocyten, pH, LDH, eiwit en glucose; tevens materiaal voor Gram kleuring en kweek
Als één van de volgende drie criteria aanwezig is, is sprake van een exsudaat; zijn alle drie afwezig, dan is er sprake van een transsudaat:
pleuravocht eiwit / plasma eiwit ratio > 0.5
pleuravocht LDH / plasma LDH ratio > 0.6
pleuravocht LDH > 2/3 bovengrens van de normale plasmaconcentratie
Vang het pleuravocht ook op in bloedkweek potje om zo de opbrengst van de kweken te vergroten (vergroot proportie patiënten met geïdentificeerde verwekker met 21%).
CT-thorax: hoeveelheid en lokettering van pleuravocht
Echo pocus indien expertise aanwezig: hierop lokettering soms beter zichtbaar dan op CT. <1cm PPE is niet klinisch significant en past bij ongecompliceerd PPE.
Consult longarts
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.