Koorts uit de tropen kan voorkomen als "ongedifferentieerde koorts", dat wil zeggen koorts zonder andere duidelijke richtinggevende symptomen, of als koorts waarbij een duidelijke tractuslokalisatie aanwezig is (koorts en hevig hoesten/dyspnoe, of koorts bij hevige en/of bloederige diarree). Bij iedere patiënt met koorts uit de tropen moet, ongeacht de symptomatologie, de mogelijkheid van malaria worden overwogen.
Bij ongedifferentieerde koorts moeten minimaal de volgende aandoeningen in de differentiaaldiagnose staan (let op! Dit is GEEN volledige lijst, overweeg laagdrempelig overleg met een specialist):
- Korte incubatietijd (klachten ≤ 14 dagen na vertrek uit endemisch gebied):
Malaria, arbovirale infecties, buiktyfus, rickettsiose, leptospirose, mononucleosis infectiosa
- Langere incubatietijd (klachten > 14 dagen na vertrek uit endemisch gebied):
Malaria, buiktyfus, leptospirose, virale hepatitis, mononucleosis infectiosa, amoebenabces van de lever.
De differentiaal diagnose verder uitbreiden naar aanleiding van specifieke exposities (zie anamnese).
Bij patiënten die zich presenteren met koorts uit de tropen is naast de gebruikelijke internistische benadering een aantal specifieke anamnestische gegevens van belang:
- Waar is de patiënt precies geweest? In een gebied endemisch voor malaria? Zijn in het gebied waar de patiënt is geweest recent bepaalde ziekte-uitbraken gemeld? Dit is na te zoeken op de websites van bijvoorbeeld: Promed Mail, WHO, CDC, ECDC of Outbreak News Today.
- Wanneer is de patiënt vertrokken en weer teruggekeerd en wanneer begonnen de klachten? Dit is van belang omdat de differentiaaldiagnose kan worden versmald op basis van incubatietijden van infecties.
- Waren andere personen in de omgeving/reisgezelschap ziek?
- Vaccinatiestatus en preventieve maatregelen (m.n. malaria chemoprofylaxe)
- Wat heeft de patiënt tijdens de reis precies gedaan (exposities)?
- Denk o.a. aan: buiktyfus, infectieuze hepatitis
- Beten door geleedpotigen/contact met dieren. Denk o.a. aan: malaria, arbovirale infecties, rickettsiosen.
- Activiteiten
- Contact onbedekte huid/slijmvliezen met zoet oppervlaktewater of met de grond. Denk o.a. aan: leptospirose, schistosomiasis, melioidose.
- Seksuele anamnese, tatoeages/piercings. Denk o.a. aan: acute HIV, infectieuze hepatitis, mononucleosis infectiosa.
- Hikes/jungletrips. Denk o.a. aan: (onopgemerkte) beten door geleedpotigen.
- Werkzaam of opgenomen geweest in lokale gezondheidszorginstelling. Denk o.a. infectie/kolonisatie met resistente bacteriën en overdraagbare aandoeningen via bloed of speeksel.
- Eerdere behandelingen/zelfmedicatie (dit kan diagnostiek beïnvloeden).
Let naast het algemene internistische lichamelijke onderzoek (waaronder lymfeklieren, milt en lever) specifiek op huidafwijkingen (eschar, huiduitslag, ulcus, tekenen van hemorragische diathese).
Volledig bloedbeeld, inclusief leukocytendifferentiatie waaronder totaal aantal eosinofiele granulocyten, kreatinine, elektrolyten, leverenzymen, glucose, urineonderzoek, bloedkweken, dikke druppel.
Eventueel: lactaat, stolling, bloedgasanalyse en gericht microbiologisch onderzoek op serum of plasma.
Afhankelijk van de diagnose.
Bij zieke of immuungecompromitteerde patiënten laagdrempelig overleggen met een specialist.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.