Alle stoffen zijn potentieel toxisch (zelfs water en zuurstof). Acute intoxicaties kunnen intentioneel zijn (in het kader van een tentamen suicidii) of accidenteel (bijvoorbeeld te veel of te vaak ingenomen medicatie). Veel accidentele intoxicaties worden door patiënten en/of gezondheidsmedewerkers vaak niet opgemerkt (denk aan geneesmiddeleninteracties die leiden tot toxische concentraties of rekenfouten in de dosering). Een andere reden voor intoxicaties, waar vaak vele slachtoffers tegelijkertijd bij betrokken zijn, zijn blootstellingen tijdens rampen, ongelukken of terroristische aanslagen.
Afhankelijk van de intoxicatie.
Een van de belangrijkste adagia bij geïntoxiceerde patiënten is “treat the patient, not the poison”: bij de behandeling van geïntoxiceerde patiënten is de symptomatologie leidend voor zowel de differentiaal diagnose als de keuze van de behandeling. Voor de inschatting van de ernst en het beloop van de intoxicatie zijn de volgende anamnestische gegevens van groot belang:
- Blootstelling aan welke geneesmiddelen, stoffen, toxinen?
- Tijdstip van blootstelling?
- Gewicht van de patiënt?
- Bijkomende eigen medicatie (interacties) en comorbiditeit
- Bekend met lever- en/of nierinsufficiëntie
Ad 1: heel vaak is het slachtoffer zelf niet in staat te vertellen waar hij/zij aan blootgesteld is geweest of is het slachtoffer niet betrouwbaar.
Ad 2: het is zeer belangrijk om een inschatting te maken van het moment waarop de maximale concentratie of de maximale symptomatologie verwacht kan worden. Let op dat bij intoxicaties de normale farmacokinetiek veranderd is, dus de tijd tot de maximale concentratie (Tmax) soms veel later ligt dan in vele farmacotherapeutische handboeken staat!
Ad 4: omgevingsfactoren (gevonden medicijnstrips) helpen bij het inschatten van wat is ingenomen. Daarnaast kunnen interacties met andere medicamenten de absorptie, de halfwaardetijd of de eliminatieroute beïnvloeden. Soms is een eliminatieroute door co-medicatie geblokkeerd of geïnduceerd waardoor een ander enzympad wordt gebruikt wat kan leiden tot meer/minder toxiciteit.
Ad 5: dit kan helpen bij het inschatten van de ernst van de intoxicatie en vertraagde eliminatie.
A: Spreken, stridor, inspectie van neus, mond en keel (geïrriteerde slijmvliezen, zwelling).
B: Ademfrequentie, ademgeruis, ademarbeid, hulpademhalingspieren, zuurstofsaturatie m.b.v. plethysmografie)
C: Cyanose, hartfrequentie, bloeddruk, capillary refill, urineproductie, perifere doorbloeding (direct bloed opvangen voor eventuele nadere analyse, en urine voor tox screen, dit laatste is vooral nuttig bij intoxicatie met eventuele drugs-of-abuse (DOA) en kent vals positieve en vals negatieve uitslagen: overleg in geval van bepalingen in bloed of urine altijd met de ziekenhuisapotheker).
D: Bewustzijn, Glasgow Coma Score, pupillichtreflex, miosis versus midriasis, asymmetrie kracht of uitval, reflexen, ademgeur, aanwijzingen voor (schedel)trauma of insult, tremor. Glucose.
E: Temperatuur, urineretentie (blaasdemping), droge of juist vochtige huid, psychiatrische comorbiditeit, medicatie thuis, drugsgebruik, huid (prikgaten, roodheid bij b.v. anticholinerg syndroom).
De behandeling van een geïntoxiceerde patiënt volgt de normale ABCDE-principes. Los van deze basale principes, dienen de volgende specifieke zaken overwogen te worden.
- Absorptieverminderende maatregelen, zoals maagspoeling, (herhaaldelijk) toediening van geactiveerde kool of darmlavage. Overwegingen en nut van bovenstaande maatregelen is afhankelijk van timing en toxine. Raadpleeg het NVIC voor een specifiek advies (088 755 8000).
- Toediening van antidota. Sommige middelen hebben specifieke antidota. Overleg met de ziekenhuisapotheker over wat in uw ziekenhuis ter beschikking is. Deze kent ook de logistiek rond antidota die niet direct beschikbaar zijn. Een overzicht van antidota kan ook gevonden worden op vergiftigingen.info en toxicologie.org. Sommige antidota (namelijk de antisera zoals voor slangenbeten) zijn alleen verkrijgbaar via het Nationaal Serum Depot (NSD). Deze middelen kunnen beschikbaar gemaakt worden via het NVIC (088 755 8000).
- Extracorporele eliminatieversnelling (bijvoorbeeld hemodialyse of hemoperfusie over geactiveerde kool). Dit is slechts zinvol bij een beperkte hoeveelheid medicamenten of toxinen, hoewel een massale intoxicatie de dialyseerbaarheid van sommige middelen vergroot (grotere vrije fractie).
- Bij hemodynamische shock t.g.v. intoxicaties of reanimatie bij een intoxicatie dient er doorgepakt te worden naar extracorporele membraan oxygenatie (ECMO). Deze therapie wordt niet in alle ziekenhuizen aangeboden en dient dus vroeg in het beloop van de intoxicatie te worden meegewogen.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.