Toxicologische insulten zijn tonisch-clonisch en kunnen ontstaan door een veelheid aan drugs, medicatie en onthoudingssyndromen.
De meest voorkomende middelen die primair een toxicologisch insult kunnen geven zijn:
- Pijnstillers zoals Tramadol
- Sympaticomimetica: Amfetamines en Cocaïne
- Antidepressiva:
- Tricyclische antidepressiva
- SSRI's zoals Venlafaxine en Citalopram
- Buproprion
- Antipsychotica zoals Quetiapine
- Antihistaminicqa
- Anti-epileptica
- Isoniazide
- Theofylline
- Kamfer
- Strychnine
- Chloroquine
- Hydrazine
Secundaire oorzaken van insulten zijn:
- Onthoudingsinsulten: alcohol, benzodiazepines, GHB
- Elektrolytstoornissen zoals hyponatriëmie
- Hypoglykemie
- Cerebrale afwijkingen ontstaan door middelen: oedeem of CVA
Middelen die onder andere een status epilepticus kunnen geven zijn: bupropion, kamfer, chloroquine, theofylline, isoniazide, strychnine en hydrazine.
Bij alle patiënten dienen hypoxie en hypoglykemie geëxcludeerd te worden.
Voor overige oorzaken zie Neurologie.
Bekend met epilepsie? Medicatie gebruik? Welke middelen ingenomen, hoeveel en hoe laat?
Vitale parameters, tongbeet. Neurologisch onderzoek.
Cave: aspiratie en traumatologie als gevolg van insult.
Zo nodig toxicologisch onderzoek (met name urinescreening op drugs-of-abuse (DOA)). Zie Neurologie, Epileptisch insult.
In overleg met neuroloog laagdrempelig CT-cerebrum indien:
- Er een bewustzijnsdaling bestaat die onvoldoende verklaard kan worden vanuit de intoxicatie zelf.
- Er (focale) neurologische afwijkingen worden gevonden die kunnen duiden op een cerebrovasculair accident, hersenoedeem, dan wel andere structurele afwijkingen.
- Bij verdenking op een trauma capitis, zie landelijk protocol licht traumatisch hersenletsel.
Bij toxicologische insulten dienen hypoxemie, hyperthermie, hypoglykemie en elektrolytstoornissen gecorrigeerd te worden. De meeste toxines geven een dysbalans op neuroreceptorniveau (GABA, glutamaat) en kunnen derhalve behandeld worden volgens het lokale dan wel landelijke protocol voor insulten met benzodiazepinen. Als tweedelijns therapie kunnen barbituraten en propofol gegeven worden. Fenytoïne is gecontraïndiceerd. Fenytoïne blokkeert voltage afhankelijke Na-kanalen die de propagatie van actieve elektrische foci tegen gaat, wat meer effectief is in non-toxicologische insulten. Tevens kan fenytoïne de toxische effecten van bepaalde middelen verhogen (TCA’s, theofylline).
Middelen specifiek:
- Isoniazide (tuberculostaticum), crimidine (rodenticide) en bepaalde paddenstoelen (voorjaarskluifzwam) reageren niet op normale therapie en dienen behandeld te worden met hoge doses pyridoxine (Vitamine B6) 70mg/kg . Zie monografie op www.toxicologie.org of www.vergiftigingen.info Vaak is meer nodig dan voorradig is in het ziekenhuis. Overleg dus tijdig met de ziekenhuisapotheker.
- GHB kan forse ontwenningsverschijnselen geven met insulten die niet reageren op benzodiazepinen maar enkel op medicinale GHB (Xyrem®). Een patiënt dient hierop ingesteld te worden op basis van titratie. Bij onbekend gebruik kan begonnen worden met 1.5 gram medicinale GHB. Zie ook doseringsadvies op www.nispa.nl. Dit is niet in ieder centrum beschikbaar, overleg met de ziekenhuisapotheker.
- MDMA is het werkzame bestanddeel van XTC en kan een hyperacute hyponatriëmie geven met daarbij hersenoedeem en insulten. Deze dient behandeld te worden met 100ml bolus van 3% NaCl, die maximaal drie keer herhaald kan worden met een tussenpoos van 10 minuten op geleide van de kliniek. Streef naar snelle stijging van natrium van 4-6 mmol/l in 6 uur. Bij een dergelijke hyperacute hyponatriëmie is er dan geen risico op pontiene demyelinisatie door te snelle correctie. Zie wat dit betreft ook Elektrolytstoornissen, Hyponatriëmie.
Xyrem = medicinaal GHB
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.